Heeft u bouwplannen?

15 januari 2019
-
3 minuten

Snelle actie voorkomt extra investeringen Vanaf 2020 wordt een aantal normen die beschreven staan in het Besluit emissiearme huisvesting (Beh) aangescherpt. Voor bedrijven met bouwplannen kan dit een hogere investering met zich meebrengen. Tijdig actie ondernemen kan dit voorkomen.

Ammoniak en fijnstof

De aanscherping houdt in dat de maximale emissiewaarden voor dierenverblijven wat betreft ammoniak en fijnstof voor een aantal diercategorieën omlaaggaan. Dit geldt voor alle sectoren, behalve de biologische. De maximale waarden zijn afhankelijk van het moment van ingebruikname van een stal.

IPP

Voor varkens- en pluimveestallen die na 1 januari 2020 in gebruik worden genomen, gelden strengere eisen op het onderdeel ammoniak indien het dierenverblijf onderdeel is van een IPPC-installatie (installatie voor een industrieel bedrijf). Van een IPPC-installatie is sprake als er meer dan 750 zeugen, 2.000 vleesvarkens of 40.000 stuks pluimvee op het bedrijf aanwezig zijn.

Tijdig vergunning aanvragen

Voor ondernemers die plannen hebben om een nieuwe stal te bouwen, is het dus raadzaam om tijdig een vergunning aan te vragen en te bouwen. Er kan dan namelijk nog gerekend worden met de huidige emissienormen, waardoor extra investeringen voorkomen kunnen worden. Het Besluit emissiearme huisvesting geldt voor heel Nederland. Naast dit landelijke kader zijn er provincies (bijvoorbeeld Noord-Brabant en Limburg) die nog een aanvullend ammoniakbeleid hebben.

Varkenshouderij

In de varkenshouderij worden voor nagenoeg alle diercategorieën de ammoniakeisen aangescherpt. Alleen de norm voor gespeende biggen blijft gelijk. Vleesvarkens stallen die na 1 januari 2020 in gebruik worden genomen, moeten voldoen aan een maximale emissiewaarde van 1,1 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. Guste en dragende zeugen gaan van 2,6 naar 1,3 kilogram ammoniak. De emissie van kraamzeugen moet zakken van 2,9 naar 2,5 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar.

Het aanvragen en verkrijgen van vergunningen kan heel wat tijd in beslag nemen

Pluimveehouderij

Vanaf 1 januari 2020 geldt voor vleeskuikens een norm van 0,024 kilogram ammoniak per dier. Deze norm ligt nu op 0,035. Ook voor (groot)ouderdieren van vleeskuikens gaat de norm fors omlaag, van 0,435 naar 0,250 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. Voor opfokhennen en hanen van legrassen daalt de norm van 0,110 naar 0,051 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar.

Melkveehouderij al vanaf 2018

Voor de melkveehouderij gelden de lagere normen al vanaf 1 januari 2018, ongeacht de bedrijfsomvang. Stallen voor melk- en kalfkoeien ouder dan twee jaar moeten voldoen aan een maximale ammoniakemissie van 8,6 kilogram per dier per jaar. Vanaf 2020 is ook de vleeskalverhouderij aan de beurt. Vanaf dat moment geldt voor nieuwe stallen een maximale emissiewaarde van 2,5 kilogram ammoniak per dier per jaar. Een stal die wordt gebouwd na 1 januari 2020 moet dus worden voorzien van een emissiereducerend systeem. Bestaande stallenvhoeven niet te worden aangepast, tenzij ze (drastisch) verbouwd worden.

Bestaande, nog niet gerealiseerde, vergunningen of lopende aanvragen

Voor nog niet gerealiseerde vergunningen of lopende aanvragen geldt dat mag worden gerekend met de huidige emissie eisen. Het is wel van belang dat de stal uiteindelijk voor 1 januari 2020 is opgericht. Voor stallen waar al een milieuvergunning maar nog geen bouwvergunning voor verleend is, kan het verstandig zijn om snel aan de slag te gaan met bouwvergunning en met de werkelijke bouw.

Wij hebben ervaren dat het aanvragen en het verkrijgen van vergunningen heel wat tijd in beslag kan nemen. Het is dan ook verstandig om hier tijdig naar te kijken en in actie te komen.